[ad_1]
Toegang tot kwalitatieve duurzaamheidsdata is al langer een pijnpunt wanneer beleggers rekening willen houden met de ecologische, sociale en governance (ESG) factoren van bedrijven.[1] Correcte informatie over ESG-factoren neemt aan belang toe in de financiële sector om de risico’s en investeringsopportuniteiten ten gevolge van de energietransitie, klimaattransitie en sociale uitdagingen accuraat in rekening te brengen. Bedrijven die ondernemingen op basis van ESG-factoren beoordelen en rangschikken, ook wel ESG-ratingagentschappen genoemd, zijn daarin essentieel maar ook problematisch, aangezien bijvoorbeeld onduidelijk is welke ESG-criteria zij hanteren, welke ESG-criteria zwaarder doorwegen, en hoe ESG-informatie wordt verzameld.
De Europese Unie regelt reeds bepaalde delen van de beleggingsketen die uitvoerig op deze blog werden besproken, zoals wanneer een economische activiteit ecologisch duurzaam is, over welke duurzaamheidsinformatie bedrijven moeten rapporteren, hoe informatie over duurzaamheid in precontractuele en periodieke documenten van financiële producten moeten worden opgenomen, en hoe in de distributie van financiële instrumenten gevraagd moet worden naar duurzaamheidsvoorkeuren. Uitgevers van ESG-ratings bleven voorlopig buiten schot. Woensdag 24 april keurde het Europees Parlement een compromistekst van februari 2024 goed. Daarmee ligt nu de verordening van toepassing op ESG-ratings ter stemming voor bij de Europese Raad. Hieronder bespreken we de tekst van het akkoord tussen het Europees Parlement en de Raad zoals die door het Parlement werd goedgekeurd.[2]
Definitie: ESG-rating
ESG-ratings worden als volgt gedefinieerd:[3]
- Een mening, een score, of een combinatie van beide;
- Gebaseerd op een vastgelegde methode en een vooraf gedefinieerde rangschikking van rating categorieën;
- Over het profiel of de kenmerken van een entiteit[4] wat betreft de blootstelling van de entiteit aan milieu, sociale, mensenrechtelijke, of governance risico’s of de impact van die entiteit op bovenstaande factoren.[5]
Een rechtspersoon die een ESG-rating uitgeeft en die de ESG-rating op professionele wijze publiceert of distribueert valt onder de verordening wanneer zij in de EU gevestigd is.[6] Buiten de EU gevestigde agentschappen vallen onder de verordening wanneer zij op contractuele basis aan Europese of nationale instellingen, of aan bepaalde financiële en niet-financiële ondernemingen ESG-ratings verschaffen.[7] Distributie of publicatie is essentieel voor het toepassingsgebied van de verordening; ESG-ratings die bedrijven zelf opstellen voor intern gebruik vallen in principe buiten het toepassingsgebied.[8]
Vergunningsplicht
Een uitgever van ESG-ratings heeft voortaan een vergunning nodig van de European Securities & Markets Authority (ESMA) en valt daarmee onder het rechtstreeks toezicht van de Europese toezichthouder.[9] Een tijdelijk uitzonderingsregime bestaat voor kleinere uitgevers,[10] en alternatieve vormen van erkenning zijn mogelijk voor de in het buitenland gevestigde uitgevers.[11] Hier beperken we ons tot het vergunningensysteem voor Europese uitgevers van ESG-ratings.
In de applicatie voor een vergunning moet de uitgever van de ESG-rating bepaalde informatie met ESMA delen, waarvoor een template door de Europese Commissie moet worden opgesteld.[12] Vergunde uitgevers van ESG-ratings worden in een publiek register bijgehouden.[13]
Verplichtingen na vergunning: organisatie
De verordening beoogt de integriteit, transparantie, verantwoordelijkheid, geloofwaardigheid, goed beheer, onafhankelijkheid, en waar mogelijk, vergelijkbaarheid te verbeteren, en zo bij te dragen aan transparantie en kwaliteit van ESG-ratings.[14] Daartoe stelt de verordening een aantal beginselen op die zich moeten vertalen in de organisatie van uitgevers van ESG-ratings.[15] Aan de beginselen wordt verdere uitwerking gegeven door een verbod om bepaalde andere diensten aan te bieden,[16] door vereisten omtrent competentie en onafhankelijkheid van personeel en management,[17] door de verplichting tot documenteren van elke rating en transacties met betrekking tot die rating,[18] en door het beschikbaar stellen van een klachtensysteem op de website.[19]
Verplichtingen na vergunning: transparantie en belangenconflicten
Naast organisatorische vereisten zijn er transparantieverplichtingen. Deze vallen uiteen in informatie op de website, en informatie naar gebruikers van ESG-ratings en de entiteiten die het voorwerp zijn van de rating. Die laatste ontvangen naast een link naar de website ook bijkomende informatie.[20]
De Europese Commissie moet binnen de grenzen van de verordening bepalen welke informatie op de website moet worden gepubliceerd.[21] Op de website van de uitgever van ESG-ratings dient in principe de rating voor E, S en G factoren afzonderlijk te worden voorgesteld, met informatie over de methode, modellen en assumpties per factor.[22] Een aggregatie van E, S en G in één ESG-rating kan slechts op de website worden geplaatst wanneer bijkomende informatie over de weging en methode onderliggend aan de weging van de verschillende afzonderlijke factoren wordt voorzien.[23] De informatie betreft onder meer het gebruik van data, een verduidelijking van de focus van de ESG-rating op de financiële risico’s voor de entiteit dan wel op de bredere maatschappelijke impact van de entiteit ongeacht de financiële risico’s (of een combinatie van beide)[24], en of de doelen van internationale verdragen in rekening werden genomen.[25]
De transparantie naar gebruikers toe is meer gedetailleerd en bevat onder meer bijkomende informatie over het gebruik van schattingen, de wetenschappelijk ondersteuning van de rating, de verificatie van informatie door derde partijen of door bedrijfsbezoeken, en hoe E, S en G zich verhouden ten opzichte van de Europese taxonomie en de doelen van internationale verdragen, met een bijkomende verantwoording wanneer daarvan substantieel wordt afgeweken.[26] In die documenten moet bijvoorbeeld ook worden aangegeven of een rating ongevraagd werd toegekend en in welke mate de entiteit die het voorwerp van de rating is betrokken werd.[27]
Tot slot, worden belangenconflicten gereguleerd waarbij de uitgever de risico’s van beïnvloeding moet identificeren en mitigeren zowel wat betreft aandeelhouders, bestuur als werknemers, maar waar ESMA in het bijzonder op de hoogte gesteld moet worden en maatregelen kan nemen.[28] Belangenconflicten ontstaan bijvoorbeeld wanneer ESG-ratingagentschappen afhankelijk zijn van de betaling voor de rating van de beoordeelde ondernemingen.
Tesla of Exxon?
Dan rest ons de vraag: is Tesla duurzamer dan Exxon? Of beter, wanneer Standard & Poors Exxon een betere ESG score geeft dan Tesla, wat zijn de gevolgen van de regulering? Die gevolgen blijven beperkt. Centraal in de regulering staat dat geen enkele publieke overheid de inhoud of methoden van een ESG-rating mag beïnvloeden.[29] Onder de transparantieverplichtingen zal dan minstens duidelijk zijn welke weging wordt gegeven aan E, S, en G, en of men enkel de blootstelling van Exxon of Tesla aan de financiële impact van bijvoorbeeld klimaatverandering meet, of ook hun totale bijdrage aan de atmosferische concentratie van broeikasgassen in rekening neemt. Ook zou gemeenschappelijk toezicht tot meer convergentie kunnen leiden gegeven de uitgebreide afdwingings- en boetebevoegdheid van ESMA. De ESG-rating blijft een centraal instrument in duurzame financiering, en de verordening staat toe dat gebruikers meer duidelijkheid krijgen waar ESG-indicatoren in een rating voor staan, hoe die indicatoren worden gewogen, en hoe zij de rating correct kunnen gebruiken om hun duurzame beleggingen te sturen. Of dat volstaat om aan alle uitdagingen van ESG-ratings tegemoet te komen, zal verder onderzoek moeten uitwijzen.
Chloë De Somviele & Lisa Nelis
Masterstudenten Economie, Recht en Bedrijfskunde
KU Leuven
[1] De Europese Commissie bestelde een studie van SustainAbility om de problematiek in kaart te brengen: ‘Study on sustainability-related ratings, data and research’ (2021) https://op.europa.eu/en/publication-detail/-/publication/d7d85036-509c-11eb-b59f-01aa75ed71a1/language-en/format-PDF/source-183474104. Het Yale Initiative on Sustainable Finance bracht een jaar eerder een White Paper uit met een bevraging van bestuurders van meer dan 100 genoteerde bedrijven over de gebreken in duurzaamheidsdata: ‘YISF White Paper’ (2019) https://envirocenter.yale.edu/sites/default/files/files/YISF%20ESG%20Reporting%20White%20Paper.pdf.
[2] De nummering van de artikels volgt die van de compromistekst.
[3] Het is irrelevant of de mening of score ook een ‘ESG rating’, ‘ESG mening’ of ‘ESG score’ wordt genoemd: Artikel 3(1) ESG Rating Verordening.
[4] Artikel 3(7) ESG Rating Verordening. De entiteit die voorwerp is van de rating kan een rechtspersoon, financieel instrument, financieel product, overheid zijn.
[5] Artikel 3(1) ESG Rating Verordening. De verordening heeft het niet over ‘duurzaamheid’ maar meer specifiek over ‘environmental, social, human rights or governance factors’.
[6] Artikel 2(1)a (territoriaal toepassingsgebied) jo Artikel 3(4) ESG Rating Verordening (personeel toepassingsgebied).
[7] Artikel 2(1)b ESG Rating Verordening.
[8] Artikel 2(2) ESG Rating Verordening.
[9] Artikel 5 ESG Rating Verordening.
[10] Artikel 4a ESG Rating Verordening.
[11] Artikel 4(b-d) ESG Rating Verordening.
[12] Artikel 5(2) ESG Rating Verordening: Parafrasering van Annex I ESG Rating Verordening: De informatie betreft onder meer een toelichting van de bekwaamheid van leidinggevenden en werknemers die onmiddellijk betrokken zijn bij de ratings, informatie over het uitbesteden naar een derde partij, informatie over de procedures, methodologie en herziening van de ratings, informatie over belangenconflicten, en informatie over het gebruik van door Europese wetgeving gereguleerde duurzaamheidsinformatie, wetenschappelijk bewijs, en internationaal afgesproken doelen zoals het klimaatakkoord van Parijs.
[13] Artikel 13 ESG Rating Verordening.
[14] Artikel 1 ESG Rating Verordening.
[15] Artikel 14 ESG Rating Verordening.
[16] Artikel 15 ESG Rating Verordening: uitzondering kunnen in bepaalde gevallen door ESMA worden toegekend.
[17] Artikel 16 ESG Rating Verordening.
[18] Artikel 17 ESG Rating Verordening.
[19] Artikel 18-18a ESG Rating Verordening.
[20] Artikel 22(1a) ESG Rating Verordening.
[21] Artikel 21(3 & 3b) ESG Rating Verordening.
[22] Artikel 21(1a) ESG Rating Verordening.
[23] Artikel 21(1b) ESG Rating Verordening.
[24] Ook wel het beginsel van ‘double materiality’ genoemd.
[25] Artikel 22 ESG Rating Verordening. De tekst is een niet-exhaustieve parafrasering van Annex III, randnummer 1 ESG Rating Verordening verwijzende naar de verplichtingen die de auteurs het meest relevant achten.
[26] Artikel 22 ESG Rating Verordening. De tekst is een niet-exhaustieve parafrasering van Annex III, randnummer 2 ESG Rating Verordening verwijzende naar de verplichtingen die de auteurs het meest relevant achten.
[27] Annex III.2(cb) ESG Rating Verordening.
[28] Artikel 23-24 ESG Rating Verordening.
[29] Artikel 26 ESG Rating Verordening.
[ad_2]